Een paard dat is een heel vreemd dier
bij een paard is alles anders
niet te vergelijken met een slak of salamanders
Een paard dat is een edel dier
kijk hem maar eens aan
Want alle onderdelen
hebben een hele andere naam
Een paard die heeft geen poten
maar een paard heeft mooie benen
een paard zit nooit te janken
maar die staat keurig te wenen
Een paardenkop is dus een hoofd
Zijn kont is dus een bips
een paard is nooit verkouden
hij kijkt alleen maar pips
refr.
Want een paard is edel
van zijn kleine teentje tot zijn schedel
van zijn billen tot zijn neus
van zijn mond tot aan zijn oor
een paard is heel bijzonder
dat komt bij andere dieren niet voor
Een paard rijdt nooit te hard
een paard rijdt zeker nooit door rood
hij doet echt nooit te veel
boter op zijn brood
Hij plast echt nooit in bed
Ruimt zijn kamer altijd op
Spreekt altijd met twee woorden
vertelt nooit een flauwe mop
Een paard zegt altijd U
Een paard dringt nooit voor in de rij
een paard laat iedereen
er altijd keurig netjes bij
Een paard is dus wel opgevoed
een paard laat nooit een wind
een paard die brengt het keurig terug
als hij op straat iets vindt
refr.
laatste zinnen:
Dat vind je nergens hoor
en dat zingen we in koor