Met de trein ga je als een speer,
van Maastricht naar Apeldoorn of van Zeist naar Zoetermeer.
Ja de trein die brengt je overal; je staat nooit in de rij,
want met de trein rij je elke file voorbij.

Zo lig in een uurtje op het strand,
zit je met je hengel lekker aan de waterkant,
of in een mooi museum, een ouderwets kasteel.
Je reist van hot naar her, je ziet zo heel erg veel.

Refrein
Ja, wij gaan met de trein!
Stappen op op het station,
springen snel in een wagon.
Ja, wij gaan met de trein.
Hier hiep hiep hoera, wij vinden treinen fijn!

Het leukste of trein is het station;
daar kun je heerlijk skaten, of hal naar het perron.
In het restaurantje eet je dan een appeltaart,
lekker met de trein, het is me heel wat waard.

Refrein

En zit ik iemand achterna,
met de trein weet ik hoe ik ga
De rails die wijst me goed de weg,
en ik haal ze in, wat ik je zeg! Kom op Ernst, harder!
Ik kan niet meer!!

Refrein (twee keer)