Refrein
Er zijn stropers in het bos, stropers in het bos (twee keer)
Midden in het bos gaat de stroper stil op pad,
met een grote lege zak, daarin is ruimte zat.
Hij is op zoek naar dieren, een konijn of een fazant.
Jongens pas maar op, er is een stroper in het land!
Refrein
De stroper die werkt ’s nachts, zodat niemand hem ooit ziet.
Hij sluipt dan stil door het bos, of op verboden gebied;
hij schiet ook op de vogels of vangt dan snel een zwijn.
Stropers die zijn heel gemeen, ze doen de dieren pijn!
Refrein
Denk nou aan de dieren, die hebben geen idee
van al die boze plannen, daarom helpen wij maar mee.
De stroper wordt gepakt, dan heeft-ie vette pech:
jaag de stroper dan bij alle dieren weg!
Refrein
Er zijn stropers in het bos (twee keer),
die vangen alle dieren ze zijn de klos.
D’r zijn stropers in het bos (twee keer).
Een dier mag je niet vangen, een dier hoort los!
Er zijn stropers in het bos!