Hè get, d’r komt een flat.
Iedereen die is verrast,
want niemand vindt dat dat past.
Ik hoop maar dat de bouw wordt stopgezet,
anders staat hier straks een joekel van een flat.
Dat gaat te ver, dat kan echt niet.
Het is hetzelfde als de Kerstman, met een zwarte piet,
of met judokleren bij de majorette,
en in de douche een hoed op zetten.
Refrein (twee keer)
Een flat is groot, een flat is lang,
een flat heeft heel veel ramen en ook een betonnen gang,
een lift en ook nog eens een trappenhuis.
Zo’n ding is veel te groot, dat hoort niet in een bos thuis.
Een flat hoort in de stad;
in het bos past dat niet, zo simpel is dat.
Patatjes doe je ook niet in een oude voetbalschoen:
als dingen echt niet passen, moet je ’t ook niet doen.
Jongens lopen niet in jurken , opa ’s hebben geen lang haar.
Ik doe toch ook geen ski’s aan als ik met mijn bootje vaar.
Ik ga echt niet zwemmen met mijn skateboard en mijn fiets.
Als het echt niet past, vinden we het niets!
Refrein (twee keer)
Zo midden in de stad, hierzo kan het net;
er is voldoende ruimte voor een hele nieuwe flat.
Past tussen de huizen, naast het druk verkeer.
Jongens, stukkie naar voren , zet ‘m hier maar neer!
Refrein (twee keer)