Als ik droom, dan droom ik vaak
van kabouters en van feeën in het woud.
of van een ridder op een paard,
die van een hele mooie jonkvrouw houdt.

Mijn dromen zijn zo echt, ze lijken echt gebeurd.
Soms ben ik een astronaut, dan een computernerd,
vaak ben ik piloot of een dappere soldaat,
of iemand die de kampioen ‘knock out’ slaat.

Refrein
Alleen in dromen,
alleen in dromen,
alleen in dromen, heb je steeds de pech.
Als je wakker wordt, is alles ineens weg

’s Avonds als ik bijna slaap,
dan hoop ik dat ik weer heel lekker droom.
Misschien vang ik straks wel een aap
en slinger met hem mee van boom tot boom.

Met opblaasbeesten lekker spetteren in bad,
of door diepe plassen scheuren, iedereen wordt nat.
Lekker op een tractor rijden op het platteland,
of wielerkampioen, met m’n foto in de krant

Refrein

In een droom, in een droom:
grote taarten met veel room
In een droom, in een droom:
onzichtbaar is dan heel gewoon.
In een droom, in een droom:
krijg ik snoep van mijn suikeroom.
In een droom, in een droom:
klimmen koeien in een boom

Refrein (twee keer)

Ernst, Bobbie en de Rest!