Refr.
Ja, zo was het in het westen
Toen je draafde op het gras
met je paard en met je koeien
Toen iedereen een cowboy was
Een cowboy lette heel goed op,
een cowboyhoed zat op zijn kop,
twee laarzen en een heel snel paard,
een grote snor en soms een baard
Een cowboy zorgde voor zijn vee,
maar soms nam iemand er een mee
Hij draafde dan snel op zijn ros
en ving ze alle twee
Ja Bobbie, een cowboy had in het wilde westen een uitermate fijn leven, tsjonge jonge wat fijn….
Refr.
En pikte iemand toen een koe
ging je niet naar je moeder toe,
want een echte cowboy is niet bang
en plakt de dief achter ’t behang
Hij had een holster, een geweer,
soms wel 2, soms wel meer
Schieten kon hij heel erg snel
Hij deed het nooit maar kon het wel
Ja, een cowboy had in het wilde westen een uitermate fijn leven, tsjonge jonge wat fijn….
Maar soms Ernst, als een cowboy soms alleen is
op de prairie met zijn ros
en er niemand om hem heen is
laat hij de teugels even los
Dan laat-ie de paarden rennen
ligt ie zelf op zijn rug
en dan denk-ie aan zijn vader
en aan zijn oude moeder terug
en Bobbie, dan pinkt-ie even een traantje weg hoor
Refr.
Een cowboy gaat pas naar zijn bed
als hij een bakkie heeft gezet
en alle koeien slapen gaan,
dan laat-ie zich soms even gaan
hij sluit dan beide ogen toe,
want op de prairie word je moe
en na een hele lange gaap
dan valt hij in een diepe slaap
Ja, een cowboy had in het wilde westen een uitermate fijn leven, tsjonge jonge wat fijn….
Refr.